Verslaving gaat over gemis en verlangen naar vervulling. Maar zoeken we op de juiste plek? Wat kunnen we concreet doen om onze tekorten aan te vullen op een manier die beklijft? Hoe vullen we blijvend onze innerlijke leegte?
Een onweerstaanbare drang gecombineerd met een grenzeloze gedrevenheid om een beter gevoel te verkrijgen – telkens weer, steeds vaker en in grotere hoeveelheden, omdat het goede gevoel in toenemende mate relatief en kortstondig blijkt en blijft roepen om méér. Nooit is het genoeg. Dat is voor mij de ervaring van verslaving.
“Eentje maar” gaat simpelweg niet op, omdat eentje niet voldoet, nooit heeft voldaan en het ook nooit zal doen, hoe graag we dat ook zouden willen. En toch blijven we doorgaan met onze rituelen, dag in dag uit, onvermoeibaar. Omdat we volledig in de ban zijn geraakt van die tijdelijke illusie van voldoening, ook wel roes genoemd. Omdat onze drang naar vervulling zo onmiskenbaar écht en onoverkomelijk lijkt. En omdat we werkelijk geen flauw idee hebben wat we anders zouden moeten doen om te krijgen wat we zo hartstochtelijk verlangen.
Als hongerige geesten gaan we op dezelfde voet door tot we er letterlijk of figuurlijk bij neervallen. Wat dan eigenlijk een zegen is, omdat we volledig uitgeput zijn en gedesillusioneerd. Op zo’n moment van crisis kan het besef ontstaan dat zelfs al hadden we beschikking over een oneindige hoeveelheid van onze drug of choice – liefde, verdoving, rust, genot of wat dan ook – deze nooit genoeg zal zijn om het gat in ons binnenste te dichten. Zolang wij het blijven dempen met een surrogaat dat we zoeken in de buitenwereld, zal het gat blijven gapen en aantrekken.
Maar hoe dan wél?
Hoe maken we de ommekeer van het tegen wil en dank in stand houden van onze gevoelens van gemis of gebrekkigheid, naar de werkelijke vervulling van onze tekorten?
Met mijn cliënten praat ik over “oplossende dynamieken”. Ik noem dit zo, omdat het gaat over het oefenen met het aannemen van een serie actieve, innerlijke houdingen die transformerend zijn. Ik vind dit een mooiere omschrijving dan gedragsverandering, want het betreft niet alleen je gedrag en anders doen, maar iets veel meer omvattends. Het gaat over anders leren kijken en luisteren, denken en voelen, communiceren, doen en zijn – in het hier en nu.
Hieronder zal ik de dynamieken eerst omschrijven en daarna puntsgewijs nog eens voor je samenvatten.
Rouwen om je tekorten
Allereerst is het belangrijk om te beseffen dat deze behoeftigheid die ons zo klein en afhankelijk houdt, verwijst naar de tekorten die we hebben opgelopen gedurende ons bestaan in het verleden. Het verleden bestaat niet meer. We kunnen niet terugreizen om de geschiedenis ongedaan te maken. Evenmin kunnen we veranderen wie wij zijn geworden. Dat wat we missen en waar wij zo naar verlangen, zullen we nooit meer krijgen in de vorm waarin we het zouden hebben willen gehad, omdat wij nu niet meer zijn wie wij waren.
Dit besef kan heel pijnlijk zijn. En het vraagt van ons om – misschien wel voor het eerst – te rouwen om wat we niet hebben gehad. Hoewel elk rouwproces persoonlijk is, maken boosheid en verdriet er meestal deel van uit. Deze twee emoties zijn functioneel en helpen ons om onze innerlijke balans te herstellen.
Boosheid en verdriet toelaten
Concreet betekent dit dat je mag gaan voelen of er boosheid is in jou, wrok misschien, om onrecht dat je is aangedaan. Hoe ervaar jij die boosheid precies? Misschien ben je ook nog boos op jezelf. Ook dat wil je eerst voelen en erkennen, voordat je er eventueel iets mee gaat doen.
Verdriet wil naar boven komen en worden losgelaten. Misschien ben je verdrietig om wat je hebt gemist of misschien wel om je eigen tekortkomingen. In eerste instantie gaat het echt alleen om toelaten en loslaten, niet analyseren. Emoties willen bewegen. Kun jij de ruimte zijn waarin dat gebeurt?
De leegte verkennen
Als het nog onvoldoende duidelijk is waaruit je tekorten precies bestaan, zul je dit ook mogen gaan onderzoeken. Het onderzoek naar de precieze aard van de leegte kan veel tijd vragen en het is misschien wel de belangrijkste taak in dit proces van heelwording. Het vraagt namelijk ook dat we de leegte actief gaan toelaten en verkennen.
Het toelaten van onplezierige of ronduit pijnlijke gevoelens is voor de meeste mensen precies het tegenovergestelde van wat ze gewend zijn en zouden willen. Het is goed om te beseffen dat het veel enger lijkt dan het werkelijk is. Onze ware aard is immers voelend. Wij zijn voelende wezens en het niet-voelen, het verdoven, is wat we onszelf hebben aangeleerd. Met alle gevolgen van dien. Sterker nog: de leegte die we proberen te vermijden is meestal niet de oorzaak, maar het gevolg van onze vermijdingsstrategieën.
Raar genoeg is leegte nooit werkelijk leeg, maar zwanger van bepaalde kwaliteiten. Bij mij ging leegte over de vermeende afwezigheid van gevoel, waardoor ik dacht niet te kunnen genieten van het leven zoals het was. Mijn gevoel, en daarmee mijn vermogen om te genieten, was echter niet verloren. Na een diepgaande speurtocht vond ik het terug op de bodem van mijn innerlijke put waar ik het had begraven.
Zingeving
Bij een lieve vriend van mij gaat leegte vooral over het gemis aan verbinding en werkelijk, diepgaand contact. Hij verlangt naar warmte, liefde en wederkerigheid. Gemis kan ook verwijzen naar je niet gezien voelen, of gehoord, of onvoldoende erkend zijn om wie jij werkelijk bent. Soms hebben we ook onszelf verlaten, op zoek naar aandacht en erkenning in de buitenwereld, en is het in wezen ons zelfgevoel dat we missen, waardoor we niet meer weten wie we zijn en wat we willen.
Wat al deze verschijningsvormen van leegte gemeen hebben, is dat ze het ons erg lastig maken om betekenis te geven aan het leven: aan de gebeurtenissen om ons heen, onze interacties met anderen, onze eigen ervaringen. We missen zingeving. Ik geloof dat in zingeving uiteindelijk de sleutel ligt tot het vervullen van een gemis.
Onvervulde behoeften ontdekken
Wanneer het ons langzaam maar zeker begint te dagen waar het gevoel van leegte naar verwijst, kan het ook duidelijker worden waar onze behoeften liggen. Immers, als we onszelf willen geven wat we missen, is het handig om helder te hebben wat we precies nodig hebben. Het bewust stilstaan bij onze behoeften is daarom een volgende stap in dit heelwordingsproces.
Er wordt wel gezegd dat onder elke emotionele pijn een onvervulde behoefte ligt. Pijnlijke gevoelens bieden daarom een uitstekende ingang naar het leren kennen van je behoeften. Ook hier zul je eerst het gevoel een beetje moeten toelaten. Daarna kan het voldoende zijn om jezelf te vragen: Wat heb ik nu nodig? Waar heb ik behoefte aan? Of: Wat verlang ik nu écht?
Aan de slag met je innerlijk kind
In therapie werken we regelmatig met het “innerlijk kind”. Wanneer we ons verloren voelen in onze tekorten en behoeftig zijn, identificeren we ons met een deel van onze persoonlijkheid dat kind is gebleven. Ons innerlijke kind is simpel gezegd dat gedeelte van onszelf waar we ons van hebben afgekeerd, bijvoorbeeld omdat het onveilig was en we onszelf moesten redden. Dat stukje van onszelf zijn we kwijt.
Je innerlijk kind staat voor je gevoeligheid en je behoeften, maar ook voor je potentieel, je speelsheid en je vermogen om te genieten, je onbevangenheid en je vermogen om te vertrouwen en hulp te vragen. Wanneer je dit deel van jezelf weer weet te integreren in jezelf, voel je je minder leeg en behoeftig.
Werken met je innerlijk kind betekent dat je de behoeften van je kinddeel herkent en erkent en vervolgens, als de volwassene die je nu bent, iets onderneemt om je behoeften te vervullen. De vraag die je hierbij aan jezelf kunt stellen is: Wat kan ik zelf doen om tegemoet te komen aan mijn behoeften?
Jezelf voeden van binnenuit
Nu is het hierbij wel van belang dat je wat je nodig hebt niet opnieuw buiten jezelf zoekt om jezelf daarmee te vullen. Het is de bedoeling dat je ontdekt hoe je dit uit jezelf kunt halen en jezelf van binnenuit kunt vervullen.
Een voorbeeld om dit te verduidelijken: wanneer een kind verdrietig is, heeft het geen snoepje nodig, maar de nabijheid, troost en warmte van zijn verzorger. Wanneer ons innerlijk kind verdriet heeft, heeft het geen drugs, alcohol of seks nodig, maar de aanwezigheid, troost en liefde van onze innerlijke verzorger.
Leer dus om jezelf emotioneel te voeden van binnenuit. Misschien houd je jezelf even vast, spreek je jezelf liefdevol toe, of gun je jezelf iets dat je leven gemakkelijker maakt. Waak er echter wel voor geen kritische, strenge of straffende ouder voor jezelf te worden. Wanneer je neigt naar zelfkritiek en zelfafwijzing, of als je het gewend bent om jezelf de schuld te geven van je problemen, dan is het leren beoefenen van mildheid en zelfcompassie een volgende stap.
Herken de innerlijke criticus
Herken je innerlijke criticus en geef hem, of haar, een naam. Het heeft niet zo veel zin om positief tegen jezelf te praten als je dat nog niet kunt geloven, maar je hoeft ook niet alles te geloven wat je innerlijke criticus tegen je zegt. Leer afstand houden van de negatieve stem. Herinner jezelf eraan dat je niet hoeft te doen wat hij beveelt. Je hebt een keuze, elke keer opnieuw. De kunst is ook om met mildheid te blijven kijken naar je zelfkritiek. Dus niet boos worden op jezelf omdat je jezelf afwijst.
Er is nog een valkuil die aandacht behoeft. We kunnen onszelf nog zo veel aandacht, liefde en self-care geven, als we het niet kunnen of willen ontvangen, zal het niet landen en zullen we – wederom – niet vervuld raken en misschien alleen nog maar meer gefrustreerd zijn dan we al waren.
Ontvankelijk worden
Er zit een stadium tussen behoeftig zijn en vervuld zijn: ontvankelijk zijn. Het kind in ons zal mogen leren aannemen en ontvangen. Mogelijk zijn we hier ooit mee gestopt omdat we toch niet kregen wat we vroegen, of omdat we dingen kregen die we helemaal niet wilden. Misschien hebben we ook afgeleerd om onze behoeften uit te spreken uit angst voor afwijzing.
Jezelf ontvankelijk maken begint met jezelf eraan te herinneren dat je in het hier en nu okay en veilig bent en jezelf te beloven dat je er voor jezelf zult zijn, mocht je worden gekwetst. Vervolgens zijn er veel mooie manieren om een bodem in jezelf te leggen waarop liefde en zelfzorg kunnen beklijven. Je kunt leren om complimenten in ontvangst te nemen, om feedback te ontvangen, om dankbaarheid te betrachten of te oefenen met vertrouwen en overgave.
Het vergt ongetwijfeld de nodige oefening, maar door vol te houden, met liefdevolle discipline gericht op ons eigen welzijn, kunnen we leren om onszelf emotioneel te voeden vanuit onze innerlijke bronnen en om deze voeding ook vast te houden. Met een stevige bodem in onszelf, zal het vervolgens veel leuker zijn om de relatie met anderen aan te gaan, omdat we die anderen niet meer nodig hebben om in onze behoeften te voorzien.
Verbinden vanuit verbinding met jezelf
Ook in verbinding met anderen is het nu belangrijk om in contact te blijven met je gevoelens en behoeften, en deze ook op een volwassen manier aan de ander kenbaar te maken. Als we voor onszelf beschikbaar blijven, sterk verankerd in onszelf, maakt dat het veilig om onszelf kwetsbaar op te stellen naar anderen. Dit zal de kwaliteit van onze verbindingen ten goede komen, wat eveneens een intens gevoel van vervulling zal geven.
Want voeding halen we absoluut óók uit de interactie met anderen en uit het leven zelf. Er is helemaal niets mis met ons verlangen naar verbinding met anderen, naar zelfontwikkeling of naar welke andere geneugten van het leven dan ook. In tegendeel: juist het volgen van je verlangen geeft zin aan het leven.
Alleen de vergissing die we vaak maken is dat we dat verlangen niet los kunnen zien van de vervulling ervan. Wanneer we krijgen wat we willen, zijn we even blij, maar als we het niet krijgen, zijn we verdrietig of gefrustreerd.
Je verlangen leven
De werkelijke vervulling van onze verlangens ligt in het actief gehoor geven aan die verlangens, in het volgen van onze passies, zónder te streven naar de vervulling ervan. Kortom: blijvende vervulling vinden we in de ervaring, en niet in het resultaat. De focus op het (on)mogelijke resultaat van onze inspanningen houdt ons juist weg van voldoening. Werkelijke vervulling vinden we wanneer we ons verlangen gaan leven, in het hier en nu.
Jezelf vervullen in 4 innerlijke dynamieken
Dit is geen stappenplan en zeker geen to do-lijst die je moet afvinken. De vier transformerende dynamieken die ik omschrijf vullen elkaar aan en liggen in elkaars verlengde. Bij elke dynamiek noem ik voorbeelden van hoe je deze in de praktijk concreet kunt beoefenen.* Er is geen specifieke volgorde en het hoeft niet allemaal tegelijk noch snel. Wees mild voor jezelf. Het zijn gewoon wat suggesties. Kijk en voel zelf wat bij jou kan passen en beoefen wat je kunt. Er is geen haast, je hebt alle tijd.
1. Leiding nemen en achter jezelf gaan staan:
- De illusie opgeven dat een ander iets zal doen, zal oplossen of je iets zal geven. Tijd inruimen om te rouwen om wat je niet ontvangen hebt.
- Momenten van eenzaamheid of leegte zelf invullen en bijhouden hoe dit is gelukt.
- Oefenen met het gedoseerd toelaten van gevoelens en verlangens. (Zie: Leren voelen).
- Als de volwassene die je bent, stilstaan bij “het kind in jezelf”. Luisteren, het aankijken, troosten, vasthouden, geruststellen en verzorgen. Met andere woorden: een beroep doen op de volwassene in jezelf voor het bewust vervullen van de kinderlijke behoeften.
- Je afvragen: Welke stap kan ik zelf zetten om mijn verlangen te vervullen? Of: Wat is haalbaar in deze situatie?
- Een klaagmoment inbouwen in tijden van druk en daarvoor met iemand een afspraak maken.
- Steun vragen aan anderen.
- Discipline ontwikkelen door regelmatig en gestructureerd jezelf te richten op het actief bedrijven van selfcare.
2. Ontvankelijk worden
- Leren stilstaan bij je behoeften (Wat heb ik nu nodig?) en deze erkennen.
- Bewust met emotionele voeding omgaan, het binnen laten komen, bijvoorbeeld door het in te ademen.
- Momenten van spel en plezier inplannen.
- Jezelf regelmatig verwennen en er bewust van genieten.
- Stilstaan bij wat je die dag hebt ontvangen en wat goed is gegaan, en dat bewust innemen, of er dankbaar voor zijn.
3. Innerlijke kritiek vervangen door zelfcompassie
- Je innerlijke criticus leren herkennen, en het onderscheid leren maken tussen dit deel van jou en wie je werkelijk bent. De criticus een naam geven.
- Bewust stilstaan bij je negatieve zelf-oordelen, bijvoorbeeld door een lijst te maken en elke negatieve gedachte te doorvoelen. Wat zegt deze gedachte over wie je bent?
- In de spiegel, zoeken in de poppetjes van je ogen naar wie je werkelijk bent, los van je oordelen.
- Compassie beoefenen voor alle delen van jezelf, dus ook voor de innerlijke criticus. Omhels jezelf als geheel.
- In het contact met anderen, oog hebben voor de gelijkenissen en overeenkomsten. Kun je ook kwetsbaarheid ontdekken in de ogen van een ander?
- In je self-talk “moeten” vervangen door “mogen”.
4. Leren vragen en aannemen van anderen
- Openlijk steun en hulp vragen.
- Oefenen met jezelf kwetsbaar en zacht op te stellen.
- Je behoeften uiten, expliciet en op een niet-eisende manier.
- Complimenten in ontvangst leren nemen, er echt bij stilstaan, ervoor bedanken.
- Anderen ook uitnodigen om naar jou toe te komen.
- Attent blijven op de verhouding tussen geven en ontvangen.
* Oefeningen mede met dank aan De Maskermaker (Wibe Veenbaas e.a.)
Lees wellicht ook Verslaving, schaamte en stigma