Ik was gewend mezelf hard te veroordelen voor mijn ongezonde gedrag, totdat ik ontdekte dat trauma de kern van mijn verslaving vormde. Het besef dat zwakte en slechtheid misschien niet de oorzaken waren, en dat ik mogelijk niet ziek of gestoord was, gaf me een nieuw perspectief.
Stukjes van mezelf
2024 is een jubileumjaar. Tien jaar geleden belandde ik in een put die diep genoeg was om fundamenteel andere keuzes te maken. De belangrijkste was om te stoppen met mezelf verdoven. Sindsdien gaat het me oneindig veel gemakkelijker af om te gaan met de perikelen van het leven, en vooral ook met de perikelen in mijn innerlijke wereld. Dit markeerde ook het begin van zelfonderzoek, het opruimen van het verleden en het bijeenrapen van verloren stukjes van mezelf.
Het bijeenrapen van de stukjes van wie ik ben, gaat over traumaheling. Het is een proces dat veel tijd en aandacht vraagt. Het gaat om het toelaten en integreren van pijnlijke ervaringen uit het verleden die ik diep in mezelf had weggestopt. Soms lijkt het een never ending story, en in zekere zin is dat ook zo. Wij zijn zelf nooit eindigende verhalen. Het mooie is dat ik mezelf zo steeds beter leer kennen en me steeds completer voel. Meer heel.
Fragmenten van het verleden
Ik heb een zware mand vol schrijfsels: brieven die ik van kinds af aan heb ontvangen, notities die bewaarde, kaarten, losse fotootjes, dagboekfragmentjes, knipsels en gedichtjes die ik schreef. Deze weken ga ik daar doorheen. Ik lees ze stuk voor stuk. Het doel is ze bewust te lezen en me te laten raken door de jongere versies van mezelf die de teksten schreven of ontvingen. Ik wil voelen waar het nog pijn doet en uitvinden wat die jongere Manja’s nog van me nodig hebben. Want dit is wat ‘traumaheling’ betekent voor mij.
Hier een stukje dat ik schreef toen ik 23 was en mijn eetstoornis piekte:
31 augustus 1996
Wat is er mis met mij? Wat voel ik? Ben ik tevreden of bang? Waarom lukt het me niet om te huilen? Wat wil ik? Ik ben vals, egoïstisch en hypocriet. Ik heb me vreselijk gedragen naar C. Waarom doe ik dingen die ik niet wil? Hoezo lijd ik niet? Waarom speel ik een rol? WAAROM? Het is niet normaal. Ik ben niet normaal. C. heeft gelijk: ik ben een geboren actrice. Ik ben precies zoals mijn moeder. Ik verdien straf.
Onmogelijk dat iemand van mij houdt. Trouwens, wie ben ik? En wat is liefde? Heb ik ooit liefgehad? Of was ik alleen wanhopig? Mijn hart is versteend, een steen waarmee ik iedereen wegjaag, zodat ze me geen pijn kunnen doen. Of kunnen liefhebben? Ik weet het niet. Mijn hart voelt als een kasteelmuur die zich sluit voor indringers, kwaad en geweld. Wat of wie bescherm ik? Een schat? Een prinses die wacht op de enige ware liefde van die ene die haar nooit zal verlaten? Wat een melodrama.
Het is nog steeds heel pijnlijk om te lezen hoe ik mezelf als twintiger afwees. Tegelijkertijd ben ik geraakt door het besef dat iets in mij blijkbaar wist dat ik iets moois had dat bescherming verdiende.
Alles om maar niet te voelen
Destijds wist ik niets over trauma. Ik wist niet eens dat ik een eetstoornis had. Ook toen de eetstoornis plaatsmaakte voor alcoholmisbruik en ander verdovend gedrag, besefte ik niet welke rol trauma speelde in mijn gedrag. Tot mijn veertigste stond ik niet in contact met mijzelf. Alle gevoelens die opkwamen, smoorde ik met een fles wijn of andere afleidingen, zoals mezelf verliezen in werk, daten uit behoeftigheid en obsessief bezig zijn met uiterlijkheden.
Alles om maar niet te hoeven voelen. Ik dacht dat ‘voelen’ gelijk stond aan het ervaren van onplezierige emoties. Uit angst voor pijn had ik mijn hele gevoelsleven afgesloten. Zo raakte ik steeds verder verwijderd van wie ik in wezen was. Verder van mijn kern, die parel in mijn versteende hart. Als een oester had ik mijn schelp om mezelf heen dichtgetrokken. Ik had geen idee meer wie erin zat.
Van zelfveroordeling naar openheid
Zo openlijk als ik nu schrijf over mijn slechte gewoontes, zo verhullend was mijn schaamte tien jaar geleden. Die schaamte hield mijn verslavingen in stand. Schaamte zorgde ervoor dat ik mezelf verborg, mijn gedrag ontkende en mezelf bleef veroordelen voor mijn foute keuzes. Die zelfveroordeling was zo pijnlijk dat ik alleen maar meer behoefte had aan verdoving.
Hoe anders is dat nu. Nu zie ik mijn ervaringen als kracht en hoop ik met mijn openheid taboes te doorbreken. Wat mij tien jaar geleden hielp om schaamte te overwinnen, was de compassievolle kijk op verslaving van Gabor Maté, een Canadese arts en verslavingsexpert. Maté beschouwt verslaving niet als een keuze, maar als een wanhopige poging om een probleem op te lossen: een probleem van emotionele pijn, overweldigende stress, verbroken verbindingen, controleverlies en diep ongemak met jezelf.
Verslaving is een manier om met pijn om te gaan, met onvervulde behoeftes en verlangens. Het verslavende gedrag biedt een tijdelijke verlichting. Om verslaving te begrijpen, moeten we onderzoeken waarom we die verlichting zoeken, wat de onderliggende pijn is. Matés mantra luidt: ‘De vraag is niet waarom de verslaving, maar waarom de pijn.’
Pijn is de kern van verslaving
Volgens Gabor Maté vormt pijn de kern van elke verslaving. Pijnlijke jeugdervaringen, zoals hechtingsproblemen, chronische stress en intense emoties, beïnvloeden je kwetsbaarheid voor verslaving. Pijn kan trauma zijn, maar ook eenzaamheid, verveling, of angst. Angst dat je niet goed genoeg bent bijvoorbeeld. Het kan de pijn zijn van je ‘anders’ voelen, van ongemak op sociale bijeenkomsten, het gemis aan vrienden, of het ontbreken van vreugde en plezier, waarvoor je ‘medicijn’ een oplossing biedt. Soms is het gewoon te pijnlijk om jezelf te zijn.
Gabor Maté beschouwt verslaving niet als een (hersen)ziekte of stoornis. Zonder te ontkennen dat de hersenen een belangrijke rol spelen, ziet hij verslaving eerder als een menselijk en sociaal probleem dan als een medische aandoening. Verslaving gaat over wat het betekent om mens te zijn in een getraumatiseerde samenleving, verwijderd van onze ware natuur, en het lijden dat daarmee gepaard gaat.
Een nieuw perspectief
Ik was zo gewend om mezelf de schuld te geven van mijn ongezonde gedrag, dat ook zelfveroordeling een soort verslaving was geworden. Het besef dat zwakte en slechtheid mogelijk niet de oorzaken waren, en dat ik wellicht niet ziek of gestoord was, bood een compleet nieuw perspectief.
Natuurlijk veroorzaakten mijn eetstoornis en verslaving ook een hoop nieuwe ellende, maar die diende vooral als afleiding van de oorspronkelijke pijn. Wanneer je verslaafd bent, ben je voornamelijk bezig met leed dat niet de kern van de zaak is.
Van zelfafwijzing naar zelfcompassie
De kern van mijn pijn is verbonden met het feit dat mijn moeder zich niet aan mij kon hechten, door haar eigen onverwerkte trauma’s. Ik groeide op met het idee dat ik geen liefde verdiende. En dat het mijn eigen schuld was; ik was niet om van te houden, ik was slecht. Jarenlang heb ik geprobeerd deze zelfafwijzende overtuiging te verbergen, om de pijn niet te hoeven voelen.
De compassievolle benadering van onder anderen Gabor Maté bracht me ertoe meer mededogen te hebben met mezelf, inclusief mijn pijnlijke emoties en de manieren waarop ik mezelf troostte en veroordeelde. Het besef dat ik niet slecht en schuldig was, maakte het mogelijk om te stoppen met vechten tegen delen van mezelf. Niet langer hoefde ik mij te beschermen tegen dat innerlijke geweld.
De weg naar traumaheling
Doordat ik mij tien jaar geleden voornam om mezelf niet langer af te wijzen en te veroordelen, verloor alcohol een belangrijk deel van zijn functie. Uiteindelijk was het niet moeilijk om te stoppen met drinken. Mijn lichaam en geest konden beginnen met helen. Een gezondere leefstijl, veel rust en zelfzorg, praten met lotgenoten, yoga en mijn talent voor discipline, deden de rest.
Langzaam maar zeker brokkelden de stenen muren van mijn hart af. In plaats van mezelf te beschermen door anderen weg te duwen en mezelf te verdoven, zocht ik actief naar een diepere verbinding met mijn gevoel, mijn lichaam en mijn omgeving. Dit proces biedt me ware vervulling en blijvende verlichting. De grootste beloning voor het besluit om weer te voelen, is dat ik in contact ben gekomen met mijn innerlijke schat, mijn waarheid, wie ik werkelijk ben.
De reis naar mezelf duurt voort. In de mand met schrijfsels kom ik vroegere versies van mezelf tegen waar een deel van mij nog steeds voor vreest. Gelukkig weet ik nu wat me te doen staat. Ik veroordeel ze niet en duw ze niet weg. Maar ik blijf bij ze, voel met ze mee en praat met ze. Er zijn nog veel Manja’s om te omarmen. Zo heel ik zelf mijn trauma’s.
Verder lezen over trauma, traumaheling en verslaving?
- Dit blog is een bewerking van een artikel dat ik schreef voor Traumanet. Traumanet biedt een schat aan informatie, artikelen en handige tips rondom trauma.
- Eerder schreef ik een persoonlijk blog over symbiosetrauma en het trauma van mijn moeder
- De initiatiefneemster van Traumanet, Anne Marsman, heeft een inspirerend webinar gegeven over trauma en het lichaam. Bekijk het hier.
Boeken over traumaheling die ik aanbeveel:
- Vivian Broughton, Stilstaan bij trauma
- Janina Fisher, De levende erfenis van trauma transformeren
- Bessel van der Kolk, Traumasporen
- En natuurlijk Hongerige geesten van Gabor Maté, over verslaving en trauma