Het is een misverstand dat mensen met een verslaving geen verantwoordelijkheidsgevoel zouden hebben. Sterker nog, ze hebben er vaak te veel van. Of ze hadden het, totdat ze het opgaven.
Veel van mijn cliënten met een verslaving of eetprobleem worstelen met het thema verantwoordelijkheid. Aangespoord door hun omgeving proberen ze verantwoordelijkheid te nemen voor hun gedrag en gezondere of liefdevollere keuzes te maken. Maar dit blijkt lastig. Vaak gaat het zo: hoe harder je probeert je gedrag te veranderen, des te meer het uit de hand loopt. De druk van buitenaf neemt proportioneel toe. Met de beste intenties sporen naasten en hulpverleners je aan: je kúnt het, je hebt het in je, als je het maar écht wil, in jezelf blijft geloven, blijft vechten, enzovoorts.
Ook vanbinnen loopt de druk op. Ook al doe je al je uiterste best, je zet nog een tandje bij. Intussen raken je ‘verantwoordelijkheidsspieren’ overbelast. De vele pogingen putten je uit. Je gaat aan jezelf twijfelen. Waarom lukt het iedereen, behalve mij? Omstanders geven de moed op, raken geïrriteerd, spreken over opname of laten je vallen. Je hebt het gevoel dat je faalt. Diepe schaamte maakt dat je je waardeloos voelt. Machteloosheid en wanhoop doen hun intrede. Met als resultaat: een nog harder schreeuwende noodzaak om je verslavende ritueel uit te voeren.
De vrijheid om een reactie te kiezen
Wat zeggen we eigenlijk, als we iemand aansporen om verantwoordelijkheid te nemen? In ‘verantwoordelijkheid’ zit ‘antwoord’. Wie ver-antwoord-elijk is ziet zich geplaatst voor de taak een antwoord te geven op omstandigheden die zich aandienen. Op een bepaalde situatie, of trigger, of op een gevoel. Als we zeggen dat iemand verantwoordelijk is, gaan we ervan uit dat diegene de macht en vrijheid heeft om de juiste respons te kiezen op een situatie.
De Oostenrijkse psychiater Viktor Frankl zei het zo: ‘Tussen stimulus en respons is er een ruimte. In die ruimte ligt ons vermogen om onze reactie te kiezen. In onze reactie ligt onze groei en onze vrijheid.’
Als je een verslaving hebt, heeft je vermogen om te reageren in die ruimte tussen stimulus (trigger) en respons (het ritueel) concurrentie gekregen van een alles overweldigend verschijnsel: craving. Craving is de onweerstaanbare drang naar je gewoonte of middel. Deze drang komt voort uit je onbewuste brein. Eenmaal overgenomen door craving heb je geen toegang meer tot de oplossingsgerichte delen van je rationele, bewuste brein. Je zit in een verslavingstrance. Je kúnt de situatie op dat moment simpelweg niet anders beantwoorden dan je dat doet. De ruimte waarin je verantwoordelijkheid zou kunnen nemen is gekaapt.
In therapie leer je onder meer hoe je opmerkzaam kunt worden voor triggers die craving oproepen. Je leert hoe je jezelf tot rust kunt brengen als je getriggerd wordt. En om met aandacht waar te nemen wat er gebeurt. Om aanwezig te blijven. Zo ontstaat er geleidelijk meer bewustzijn en ruimte tussen triggers en jouw reactie. Je krijgt meer grip en vrijheid. Zo ga je weer ervaren dat je kunt kiezen hoe je een trigger wilt beantwoorden. Pas dán kunnen we werkelijk spreken van ‘verantwoordelijkheid’.
Ondraaglijke verantwoordelijkheden
Als we een laag dieper zakken en verder kijken dan het gedrag en processen in de hersenen, zien we vaak dat die verantwoordelijkheidsspieren al een leven lang op de proef zijn gesteld. Het uitputtingsproces begon al veel eerder dan het verslavende ritueel. Als je luistert naar de levensverhalen van mensen met een verslaving of eetprobleem, hoor je tussen de regels door dat zij, vaak al op zeer jonge leeftijd, verantwoordelijkheden namen die hun helemaal niet toebehoorden. Verantwoordelijkheden voor of van anderen, die letterlijk ondraaglijk waren.
Mijn cliënt Mozes (36), die een drugsverslaving en een ziektewetuitkering had, kon het woord ‘verantwoordelijkheid’ letterlijk niet meer horen. Sinds zijn achtste hoort hij hoofdzakelijk dat hij verantwoordelijkheid moet nemen. Dat hij beter zijn best moet doen en dankbaar moet zijn. Mozes was bang dat als hij nog één keer naar een instantie moest luisteren die hem zegt wat hij moet doen, hij iemand dood zou maken.
Toen hij acht was kreeg Mozes’ moeder psychische problemen. Toen zij een poging tot zelfmoord deed, belandde zij op de PAAZ-afdeling. Omdat Mozes’ vader het huis had verlaten, moest hij met zijn moeder mee naar het ziekenhuis. Later kwamen hij en zijn zusjes terecht in de jeugdzorg en in verschillende pleeggezinnen waar afschuwelijke dingen zijn gebeurd.
In een sessie hypnotherapie werkt Mozes met het overweldigende gevoel ‘dat hij mensen wil verwijderen’. Hij ervaart het gevoel als een zware baksteen in zijn buik. Meestal verdrukt hij het. Door het gevoel op een veilige manier toe te laten wordt het duidelijk welk verhaal erachter ligt. Mozes ziet zichzelf als jongetje in het ziekenhuisbed van zijn moeder, waarin hij moest slapen. De kleine Moos is bang dat hij, door te bewegen, een slangetje bij zijn moeder verwijdert en dat zij daardoor zal doodgaan. Hij gelooft dat hij zijn moeder, terwijl hij slaapt, kan vermoorden. Als enige ‘man’ in het gezin is hij bovendien verantwoordelijk voor zijn moeder.
In een vervolgsessie helpt de volwassen Mozes zijn jongere zelf om de verantwoordelijkheid voor zijn moeder los te laten. Hij nodigt het jongetje uit om in zijn eigen bed te slapen. Hij leert hem dat hij zijn eigen pad mag bewandelen. Het gat in zijn buik waar de baksteen zat, groeit dicht. Er blijft een litteken achter waarmee hij kan leven.
Parentificatie
Mensen van wie wij zeggen dat zij ‘geen verantwoordelijkheid nemen’, hebben vaak juist verantwoordelijkheden genomen die niet van hen waren.
‘Parentificatie’ is de omkering van de kind- en ouderrol. Het komt vaak voor in families waar noden spelen zoals verslaving, trauma, ziekte of een pijnlijke scheiding. Door omstandigheden kunnen ouders hun eigen lasten niet dragen. Het kind neemt die lasten al of niet bewust op zich. Daarmee neemt het een veel te zware verantwoordelijkheid op de schouders. Tegelijkertijd is er vaak onvoldoende zorg, aandacht of affectieve voeding voor het kind.
Om zich staande te houden en de aangenomen taken te kunnen vervullen, verbant het kind zijn eigen behoeften en pijn. Daardoor raakt het verwijderend van het eigen gevoel. Maar die weggedrukte gevoelens en behoeften zijn niet écht verdwenen. Op een diepe, onbewuste laag blijven ze roepen om verzachting of vervulling. Ook dít is craving.
Ook wie geen zieke of afwezige ouder had, of heftige dingen heeft meegemaakt, kan onbewust voor een ouder hebben gezorgd. Er hoeft dus geen sprake te zijn van verwaarlozing. Het is een systemische wetmatigheid dat als ouders geen zorg kunnen dragen voor hun eigen emotionele welzijn, een kind dat onbewust zal doen. Ouders die niet goed met hun emoties, pijn en behoeften kunnen omgaan, kunnen dat ook niet aan hun kinderen leren. Zo’n kind wordt dus te zwaar belast én het komt tekort.
Een sensitief kind kan al op zeer jonge leeftijd – in de baarmoeder al – angsten, verdriet of pijn van de ouders meekrijgen. Instinctief en vanuit overlevingsdrang vat het kind het idee op dat het de ouder moet beschermen of ontlasten. Dat doet het door zich het leed van de ouder eigen te maken.
Meergenerationeel trauma
Soms dragen we zelfs het leed van ons hele familiesysteem. Onverwerkte pijn kan worden doorgegeven van een getraumatiseerde ouder op een kind en op volgende generaties. Ouders dragen trauma’s onbewust over in hun gedrag, doordat ze emotioneel niet volledig beschikbaar zijn en doordat het kind het trauma van de ouder aanvoelt.
Meergenerationeel trauma zit diep verweven in ons systeem. Het is verbonden met datgene waarover wordt gezwegen. Het is dat wat in de verdrukking zit en onder de oppervlakte leeft, bij onze ouders, de generaties voor hen en bij onszelf. Het uit zich als onbestemde angsten, overweldigend verdriet, onverklaarbare lichamelijke klachten en onbegrepen uitlokkers van psychische problemen. Het zijn de ‘gevoelsherinneringen’ waarvan we niet meer weten waarover ze gaan. Diepe schaamte, schuld en verantwoordelijkheidsgevoelens houden meergenerationele trauma’s in stand.
Het is een misverstand dat mensen met een verslaving geen verantwoordelijkheidsgevoel zouden hebben. In tegendeel: het impulsieve gedrag is een reactie op een sterk ontwikkeld verantwoordelijkheidsgevoel, op ‘het goed willen doen’.
Verantwoordelijkheid nemen voor jezelf
Als ze langdurig en structureel worden overbelast geven onze verantwoordelijksspieren het vroeger of later op. Niet zelden gaat dit samen met een burn-out – die in zulke gevallen beter burdened-out genoemd kan worden. Hoe sta je dan weer op? Hoe vat je weer de moed en kracht op om je leven in eigen handen te nemen?
Om verantwoordelijkheid te kunnen nemen voor jezelf moet je niet-eigen verantwoordelijkheden loslaten. Alleen door los te laten wat niet van jou is, kun je je richten op je eigen taken. Je eigen gevoelens, je eigen lasten en je eigen verdrukte behoeften. Door los te laten ontstaat ruimte. Ruimte die nodig is voor het kunnen toelaten van je eigen pijn. Ruimte om deze te voelen. Om te erkennen wat je hebt meegemaakt en er lucht aan te geven door het te delen. Zo nemen we verantwoordelijkheid voor onszelf.
Onder de lasten die je droeg en onder je eigen pijnlijke gevoelens zitten je authentieke behoeften en verlangens verborgen. Daar kun je nu bij. Door ook deze toe te laten en te verkennen neem je verantwoordelijkheid. Door naar binnen te kijken kun je ook je drijfveren ontdekken. Als je in contact staat met je natuurlijke drijfveren krijg je oprecht zin om verantwoordelijkheid te nemen voor je leven. Zin om je leven weer zin te geven.
Unieke taken, unieke antwoorden
Het is jouw leven. En jouw leven heeft een unieke betekenis die alleen jij kunt vervullen. De vervulling van de betekenis van jouw leven is jouw natuurlijke verantwoordelijkheid. Een waar je niet onderuit kunt, ook al zou je dat willen. Het is namelijk waarom je hier bent. En wees gerust: hoogstwaarschijnlijk ben je er al je leven lang mee bezig.
Volgens Viktor Frankl is de potentiële betekenis van het leven uniek en specifiek voor ieder mens. Die betekenis kan alleen door diegene zelf worden vervuld. ‘Het leven betekent uiteindelijk de verantwoordelijkheid nemen om het juiste antwoord op problemen te vinden en de taken te vervullen die het leven voortdurend voor elk individu stelt. Deze taken, en daarmee de zin van het leven, verschillen van mens tot mens en van moment tot moment.’
De taken en verantwoordelijkheden van het leven zijn echt en concreet. Ze vormen je lot. Een lot dat voor ieder mens anders en uniek is. Een lot waar een verslaving, eetprobleem of trauma soms deel van uitmaakt. En dat om een specifiek en uniek antwoord vraagt dat alleen jij kunt geven op jouw unieke wijze.
Boek over behandeling bij verslaving en herstel
Verantwoordelijkheid nemen is een thema in Ik weet dat je er bent, mijn boek dat eind april verschijnt. Maar niet om te vingerwijzen of mensen een les te lezen. Ik weet dat je er bent presenteert een liefdevolle en destigmatiserende manier om te werken met verslaving op alle lagen en vanuit verschillende invalshoeken.
In mijn boek nodig ik collega-zorgverleners uit om niet alleen goed te kijken en luisteren naar cliënten, maar ook naar onszelf. Om verantwoordelijkheid te nemen voor onze eigen verslavingen – hoe onbeduidend ze misschien ook lijken –, voor onze eigen gevoelens en pijn, onze eigen taken. Met kennis van trauma, met bewustzijn, eerlijkheid en kwetsbaarheid, maar ook met luchtigheid en humor. Vanuit authentieke verbondenheid kunnen we ‘onaangenaam’ gedrag beter begrijpen en er compassie voor opbrengen. Zo kunnen we er zijn voor onszelf en voor anderen.
- Volg mijn blog of volg mij op Linkedin als je op de hoogte wilt blijven van Ik weet dat je er bent. Hier en hier lees je er meer over.
In De fontein, vind je plek beschrijft Els van Steijn het proces van bij jezelf weggaan om verantwoordelijkheid te nemen voor taken of gevoelens van een ander. Om je vervuld te voelen, legt zij uit, is het nodig dat je je eigen plek in het onzichtbare familiesysteem weer inneemt. Alleen op je eigen, unieke plek ontvang je de natuurlijke ‘voeding’ en energie die je tevreden en krachtig maken, en waarmee je je eigen leven zin kunt geven.